Politievoertuigen en bikers in Delft uitgerust met camera's
Het gebruik van geweld tegen hulpverleners neemt de laatste jaren flink toe en de roep om dit geweld terug te dringen is groot. Een middel dat vanwege zijn preventieve werking daarbij wordt ingezet zijn camera’s. Tijdens de proef worden - naast de politievoertuigen en de bikers - ieder dienstverband een tweetal motorrijders en wijkagenten met een zogenaamde bodycam (camera op de jas) uitgerust. De opgenomen beelden kunnen ook worden gebruikt voor de opsporing van strafbare feiten. Bijvoorbeeld bij vechtpartijen, rellen of overvallen. De beelden kunnen gebruikt worden om verdachten te identificeren.
In het voorjaar van 2009 startte Politie Haaglanden een proef met het gebruik van mobiele camera’s bij zeventien politiebikers en het gebruik van camera’s bij zes politievoertuigen die in de noodhulp (112) werden ingezet. De proef werd bij een aantal wijkbureaus in het centrum van Den Haag, Leidschendam-Voorburg, Delft en het Westland ondergebracht. Halverwege 2010 werd het gebruik van genoemde camera’s geëvalueerd. Hieruit bleek dat het subjectieve veiligheidsgevoel van politieagenten die aan de proef meewerkten steeg en vonden agenten dat het gebruik van de camera’s preventief en de-escalerend werkte. In objectieve zin bleek geen zichtbare daling van geweld tegen politieambtenaren. Dit bleek mede doordat het gebruik van de camera’s verdeeld was over meerdere wijkbureaus en er bij de deelnemende wijkbureaus maar één ‘cameravoertuig’ reed.
De Geïntegreerde Monitor Centrale (GMC) in Den Haag kan alleen ‘life’ meekijken met beelden van de noodhulpvoertuigen en deze ook op afstand bedienen. Beelden die gemaakt worden met bodycam’s (bikers, wijkagenten etc.) worden opgenomen en alleen die beelden die relevant zijn worden opgeslagen.
De proef krijgt dan ook per 1 december een vervolg om de meerwaarde van het gebruik van mobiele camera’s bij het voorkomen van geweld tegen de politie zo eenduidig mogelijk vast te stellen. Aan het gebruik van de camera’s zijn strikte beperkingen. Zo mogen ze alleen in de openbare ruimte worden gebruikt. Voor het filmen in een woning is toestemming van de bewoner verplicht. De proef wordt in het voorjaar van 2011 geëvalueerd en op grond van deze evaluatie wordt beslist of een korpsbrede toepassing van dit instrument wenselijk is in de noodhulp (112).